Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Weldaad… met mate

Deze column is een bewerking van Lush…met mate uit 2018.

Wie ooit in de Amsterdamse wijk de Baarsjes heeft gewoond, blijft voor altijd een beetje verslingerd aan de expressionistische baksteenarchitectuur van de late Amsterdamse School. Die architectuur kreeg natuurlijk op veel meer plekken in de stad gestalte, maar in de Baarsjes voelt de dosering precies goed. Ter gelegenheid van haar honderdste verjaardag zet ik het ontwerp van deze wijk, officieel genaamd Plan West, graag in het zonnetje.

Terwijl Berlages Plan Zuid nog steeds op alle universiteiten wordt onderwezen, is Plan West relatief onbekend. Onterecht. Het ontwerp vormt weliswaar geen iconische nieuwe structuur zoals Plan Zuid met z’n driehoekigvormige lijnen; juist de relaxte stedenbouw in combinatie met weelderige architectuur maakt het ontwerp zo bijzonder.Plan West schreeuwt niet, maar weeft de stad rustig aan elkaar.

Het grondplan van Plan West oogt op het eerste gezicht tamelijk oninteressant. De volumes staan in rechte lijnen, zijn geordend als gesloten bouwblokken en hebben een vanzelfsprekende maatvoering. Vanuit het centraal gelegen Mercatorplein verbinden lange assen het plan met de rest van de stad. De gebouwen zijn vier lagen hoog, daklijnen en rooilijnen lopen overal door, met incidenteel een accent op de hoek.

En toch gebeurt er op stedenbouwkundig detailniveau van alles. In vrijwel alle tussengelegen straten liggen kleinere en grotere pleinen, losjes aan de straten verbonden, onopvallend op de overzichtskaart van de stad. Iedere straat kent z’n eigen nuances. Plan West biedt een rijke schakering van bijzondere detailleringen, hoekoplossingen en hoogteaccenten. De gevels zijn ontworpen als lange horizontale straatwanden waarlanggerekte erkers en hoekbalkons de gebouwen plasticiteit geven. En op architectonisch detailniveau zijn, zoals bij alle Amsterdamse School-gebouwen, de vele verschillende brievenbussen, deurknoppen en veranderende metselverbanden een lust voor het oog van de passant.

Hoe ontstond zo’n plan in die tijd? Het initiatief lag bij een private partij:  bouwondernemer Heere van der Schaar wilde het indrukwekkende aantal van zesduizend (!) woningen realiseren op nieuw aan te kopen gemeentegrond. De stad stelde daartoe als voorwaarde dat het ontwerp onder leiding van Berlage zou plaatsvinden met behulp van een team dat we nu ‘supervisoren’ of ‘beeldkwaliteitscommissie’ zouden noemen: Hulshoff, Gratama en Versteeg, alledrie uit de school van Berlage.

Het tempo waarin de Baarsjes werd gerealiseerd, is ook nu nog met recht een monsterprestatie te noemen. Het plan is binnen een tijdsbestek van vier jaar gebouwd. Om dat voor elkaar te krijgen werden woningplattegronden en funderingsplannen volledig gestandaardiseerd. Maar dat leidde geenszins tot sobere architectuur of een standaard uiterlijk. Integendeel: het compositorisch straatbeeld trekt zich niks aan van het herhalende ritme en de strenge logica van de constructie. Het vertelt z’n eigen verhaal. Terwijl zich achter de gevels exact dezelfde woningplattegronden bevinden, wacht op straat iedere tien meter wel een nieuwe verwondering. 

Daar kunnen we voor de huidige woningbouwopgave nog wel wat van leren. Een planmatig opgezette wijk met een gestandaardiseerde bouwmethodiek is tegenwoordig immers meer regel dan uitzondering. En om die standaardisatie te verbloemen trekken we vaak allerlei stedenbouwkundige trucs uit de kast: rooilijnwisselingen, daklijnverspringingen, kruisende grids, etc. Op die manier kun je behoorlijk goed de doorgestempelde tunnelbekistingen onzichtbaar wegwerken, maar het is de vraag of je daarmee de beoogde visuele rijkdom creëert.

We leren van Plan West dat juist een bescheiden planstructuur ruimte kan bieden voor een expressieve en autonome invulling. Weelderige architectuur op een dienblad van rustige stedenbouw. De weldaad wordt zo precies geen overdaad.