Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

Drie keer Central Park vol vuil

Bij de ingang van het park tekenen we verplicht een waiver: nee, als ons iets overkomt (‘ongeval of dood’) zullen we het park-in-aanleg niet verantwoordelijk houden. Dan rijdt onze gids zijn elektrisch aangedreven landrover Freshkills Park binnen. We zien een kilometers lang post-apocalyptisch landschap. Schaars begroeide heuvels, aardetinten, af en toe een boom en vele soorten gras. Her en der een achtergebleven container of betonblok. Vogels. Zeeën van ruimte. Op de achtergrond het wazige silhouet van Manhattan als een soort referentiepunt: daar is de drukke stad. Hier is het adembenemend stil en overdonderend wijds. Het park is nog niet officieel geopend voor publiek. Maar onze sneak-peak is een van de indrukwekkendste belevingen van een weekje New York.

Freshkills Park ligt midden op Staten Island, de New Yorkse borough met een verbijsterend onmetropolitaans karakter: lage bebouwing, rommelig landschap, veel parkeerplekken, omhekte industrieterreinen, eindeloos hetzelfde huis-met-portico herhaald. En uitgerekend deze onspectaculaire plek krijgt een publieke mega-investering van de stad: Freshkills Park. De komende twintig jaar wordt het park aangelegd en bij voltooiing zal het drie keer zo groot zijn als Central Park op Manhattan.

Freshkills Park

Waarom daar? Omdat het onvermijdelijk was. Freshkills was namelijk tot voor kort de grootste vuilnisbelt van de Verenigde Staten, een onvoorstelbare hoeveelheid smerigheid en vervuiling. Ooit bedoeld als een tijdelijke dumpplaats, gaandeweg steeds langer in gebruik gehouden. Uiteindelijk diende deze landfill vijftig jaar als officiële vuilnisbelt voor de stad New York. Tot de situatie niet meer houdbaar was. De stank was permanent en de vervuiling van grond, water en lucht werd steeds gevaarlijker voor omwonenden. Maar een vuilnisstortplaats van negen vierkante kilometer is onmogelijk weg te scheppen of te verbranden. De enige oplossing voor dit extreem uit de hand gelopen geval van ‘leg dat daar maar even neer’ was het hele gebied voorgoed af te dekken met een dikke laag grond. 

De topografie gevormd door afval

Naar ontwerp van landschapsarchitect James Corner (onder andere bekend van de High Line) wordt Freshkills Park aangelegd volgens een geleidelijk groeiend plan; stapsgewijs zal de begroeiing toenemen en zullen sportvelden, waterrecreatie en fietspaden een plek krijgen. Maar deze inrichting kan pas gestalte krijgen als het landschap in de basis veilig is voor gebruik. Daarvoor worden allerlei reinigende en afdekkende grondlagen toegepast en is onder het park een enorme infrastructuur aangelegd voor het opvangen van vervuild water. Door bacteriële afbraak van het afval zullen de afvalheuvels met de tijd inklinken; de inrichting van het park moet dus kunnen meezakken. Het daarbij vrijgekomen gas zal worden gebruikt om dertigduizend naastgelegen huizen de komende tien jaar te verwarmen. Dit is niet zomaar een parkje aanleggen; dit is hogere ingenieurskunst waar het Nederlandse polderhart sneller van gaat kloppen.

Ook nu de aanleg nog in volle gang is, is Freshkills Park al een plek van bizarre contrasten: je waant je in een oeroude landschappelijke topografie, terwijl je eigenlijk staat op tientallen meters vuil. De stilte, rust en frisse lucht bieden verlichting van de drukke stad, terwijl dit kortgeleden nog de smerigste dumpplaats van diezelfde stad was. Het permanente uitzicht op de skyline in de verte lijkt te willen zeggen: ‘dáár kwam al die troep vandaan’. 

Afgevangen methaangas wordt gebruikt voor het verwarmen van dertigduizend huishoudens

Ja, een metropool produceert troep en die moet ergens heen. Maar afval dumpen in een buitenwijk is verschrikkelijk schadelijk voor bewoners en ecologie. New York ambieert een Zero Waste Goal voor 2030 en dat is volkomen terecht. De bezoeker van Freshkills wordt zich pijnlijk bewust van de ruimtelijke impact van afval. En zelfs al wordt Freshkills de komende twintig jaar het meest fantastische park van New York, dan nog zal de omvang ervan een blijvende herinnering zijn aan hoe we in de twintigste eeuw met afval omgingen.