Druk op "Enter" om naar de inhoud te gaan

De post-kapitalistische stad

Ik heb zo’n zin in een utopie. In een tekening met vliegende voertuigen, onbestaanbare gebouwen, weelderige natuur en gelukkige mensen. In een toekomstperspectief van briljante ideeën, technisch vernuft en gezamenlijke inspanningen. In de overtuiging dat we als ontwerpers de steden rechtvaardiger kunnen maken. Maar de dystopie komt de laatste tijd een stuk dichterbij. De bedreigde planeet, de ongelijkheid van het financiële stelsel, een jarenlange pandemie, de onbeheersbaarheid van informatiesystemen: al deze bedreigingen spelen op mondiale schaal. En er lijkt geen instantie of organisatie krachtig genoeg om hier oplossingen voor te bieden.

Utopieën zijn gevaarlijke dingen. Ze kunnen zomaar ontaarden in dictatoriale regimes met ellendige gevolgen. De heilstaat wordt een helstaat. Maar stedenbouw kan nooit helemaal zonder een vorm van utopisch denken; ieder stedenbouwkundig plan beschrijft een ideale wereld en de manier om daar te komen. Onze hedendaagse utopie is eigenlijk behoorlijk goed gedefinieerd: we streven naar performatieve kwaliteiten zoals klimaatneutraal, rechtvaardig, gezond en inclusief. En dat alles ontworpen in een eeuwigdurende schoonheid. Maar zijn onze instrumenten wel toereikend om die doelstellingen te behalen? Idealen hebben immers een prijs. De vastgoedportefeuille van een belegger moet winst opleveren, geen rechtvaardigheid voor de lokale gemeenschap. En zelfs al bouw je een klimaatneutraal pand, dan vertaalt zich dat direct in hogere huurprijzen voor de bewoners. Duurzaamheid van woningen heft de betaalbaarheid ervan op. Wanneer idealen met elkaar gaan concurreren, moeten we dan niet op zoek gaan naar een radicaal ander systeem?  

In zijn boek Postkapitalisme (2015) stelt de Britse journalist Paul Mason dat het kapitalistisch systeem na vijfhonderd jaar voorspoed te hebben gebracht ten einde is gekomen. Met het neoliberalisme is de uiterste consequentie van het kapitalisme bereikt: geld verdienen met geld. Wereldwijde marktmechanismen staan op dit moment de vooruitgang alleen nog maar in de weg in plaats van dat ze ons verder helpen. Neem klimaatverandering. Het is technisch én financieel mogelijk om de wereld fossielvrij te maken, maar het zijn marktpartijen en lobbygroepen die de ontwikkeling tegenhouden. De uitdagingen van deze tijd vragen volgens Mason daarom om een ander economisch systeem. Een systeem dat niet gebaseerd is op machtsmonopolies en kapitaalstromen, maar op kennisnetwerken, lokale betrokkenheid en coöperaties. Open source-organisaties zoals Wikipedia zijn daarbij het model: wendbaar, toegankelijk voor iedereen en kennisgedreven. Deze online encyclopedie had nooit zo invloedrijk kunnen worden als ze was opgezet door een hiërarchisch georganiseerd, winstgedreven bedrijf, stelt Mason. Netwerken zijn krachtiger dan kapitaal.

Wat zou er gebeuren als we Masons postkapitalisme vertalen naar de stedenbouwkundige vraagstukken van onze tijd? Kan open source-stedenbouw beter omgaan met de grootte van de opgaven rondom wonen, ecologie en gezondheid dan ons huidige planningssysteem? 

Het idee van een postkapitalistische stad klinkt ongetwijfeld naïef en absurd, maar het is misschien dichterbij dan het lijkt. Want wie om zich heen kijkt, ziet overal initiatieven ontstaan die zich baseren op bredere doelstellingen dan het genereren van kapitaal. Wooncoöperaties bieden een alternatief voor de financiering van woningen, de community land trust vormt een duurzame omgang met grondprijzen en -bezit, en deelconcepten voor energie, mobiliteit of goederen verkleinen het belang van eindeloze productie en bezit. Dit lijken ongetwijfeld allemaal incidenten die op grote schaal niet veel betekenen. Maar dat is slechts het begin. Wanneer deze initiatieven beter met elkaar verbonden raken, kun je in potentie een volledig alternatieve netwerkeconomie voor je zien, wendbaarder en effectiever dan een top-down gestuurd systeem.

De liberale lezer is vermoedelijk al afgehaakt. Die vindt immers dat een stad alleen maar bestaat bij de gratie van geld, handel en groei. Een postkapitalistische stad is zo bezien simpelweg een contradictio in terminis. Maar voor de ontwerper die zoekt naar instrumenten om utopische ideeën te realiseren, biedt het postkapitalisme van Mason een inspirerend denkkader. Utopiën en radicale systeemkritiek gaan nu eenmaal goed samen. En wellicht zijn zelflerende kennisnetwerken inderdaad de enige oplossing uit het vastgelopen compromis tussen idealen en financiële haalbaarheid. 

Beeld: Liu Jianhua ‘dream in conflict’.